squashlife.jpgZoals inmiddels te doen gebruikelijk blikte het enige Nederlandse squashmagazine SquashLife in de laatste editie van het jaar terug op de ontwikkelingen binnen de squashsport in de laatste 12 maanden. En net als de 2 voorgaande jaren was er in 2008 weer genoeg stof om over te schrijven. Hoewel het erop lijkt dat de ontwikkeling van squash als breedtesport gestagneerd is en wellicht zelfs achteruit gaat, is er op het gebied van topsquash wel veel (positief) nieuws te melden. In samenwerking met SquashLife zetten we het squashjaar 2008 nog een keer op een rijtje voor u. squashlife.jpg








Zoals inmiddels te doen gebruikelijk blikte het enige Nederlandse squashmagazine SquashLife in de laatste editie van het jaar terug op de ontwikkelingen binnen de squashsport in de laatste 12 maanden. En net als de 2 voorgaande jaren was er in 2008 weer genoeg stof om over te schrijven. Hoewel het erop lijkt dat de ontwikkeling van squash als breedtesport gestagneerd is en wellicht zelfs achteruit gaat, is er op het gebied van topsquash wel veel (positief) nieuws te melden. In samenwerking met SquashLife zetten we het squashjaar 2008 nog een keer op een rijtje voor u.

We beginnen ons jaaroverzicht dit keer met een terugblik op de verrichtingen van onze nationale toppers, want vaak is aan de prestaties van de beste Nederlandse spelers af te lezen hoe het gaat met een sport. Goede resultaten van onze landgenoten leiden immers tot meer media-aandacht en dat komt, zeker op langere termijn, alleen maar ten goede aan de uitstraling van een sport. Denk bijvoorbeeld maar aan de toename in populariteit van darts en tennis in ons land, nadat Raymond van Barneveld en Richard Krajicek goed begonnen te presteren. En ook de groei van de hockeysport kan niet los gezien worden van het feit dat de Nederlandse teams structureel tot de wereldtop behoren. Net zo min als het gegeven dat voetbal of schaatsen beter bekeken worden op televisie als onze sporthelden of topteams de gewenste resultaten boeken. De voetbalgekte in ons land tijdens het meest recente EK is daar een sprekend voorbeeld van. De populariteit van een sport gaat dan ook (vrijwel) altijd gepaard met internationale successen van topsporters en topploegen en de daaruit resulterende belangstelling in de media. Met dat gegeven in het achterhoofd is de vraag dan ook: hoe zit dat bij squash?

Het aantal beoefenaars daalt…
Het antwoord op deze belangrijke vraag is echter niet simpel te beantwoorden. Feit is dat squash aan het eind van de 20e eeuw een ongekende vlucht nam in populariteit in ons land en dat het aantal beoefenaars en de daarvoor benodigde faciliteiten (lees: centra) in die jaren explosief steeg. Zo beoefenden op een gegeven moment zeker 500.000 personen in Nederland regelmatig de sport. Na de groei kwam, net als overigens op de beurs gebeurt, aan het begin van de 21e eeuw de correctie en stabiliseerde het aantal frequente squashers zich zo iets boven de 400.000 grens. Inmiddels is er echter een trend zichtbaar dat het aantal beoefenaars van de sport afneemt. Regelmatig bereiken ons berichten dat squashbanen omgebouwd worden tot fitnessruimtes, of voor gebruik van andere doeleinden, en dat betekent automatisch dus ook dat er minder mensen (kunnen) squashen. Aan de andere kant worden er daarentegen ook signalen afgegeven door verschillende squashbaaneigenaren dat hun banen voller zitten dan ooit. Een nieuw onderzoek over het aantal squashbanen en beoefenaars in ons land is dan ook zeker gewenst. Weer terugkomend op de wetenschap dat de populariteit van een sport gekoppeld is aan de prestaties van de nationale toppers en de bijbehorende publiciteit van de media, is het dus interessant om te kijken hoe het daarmee gesteld is in Nederland. Zeker op een moment dat het wat minder lijkt te gaan met de squashsport in ons land.

…maar de media-aandacht voor squash stijgt
Allereerst kijken we daarbij naar de media-aandacht voor squash in ons land. En daarbij kunnen we verheugd vaststellen dat er op dat gebied een duidelijke toename zichtbaar is. De sport is in 2008 dan weliswaar (nog) niet op televisie te bewonderen de_telegraaf_29-nov_08.jpggeweest bij NOS Studio Sport, maar alle landelijke dagbladen besteden inmiddels structureel aandacht aan squash. Met uiteraard piekmomenten tijdens een aantal grote evenementen in Nederland en de rest van de wereld, zoals het NK, de Dutch Open, de EK’s en de WK’s. Maar ook de prestaties van onze nationale toppers tijdens kleinere internationale proftoernooien komen tegenwoordig in de krant en op Teletekst te staan. Daarnaast zijn er grote achtergrondverhalen te lezen, of te horen, geweest over de squashsport in het algemeen en de nationale topspelers in het bijzonder. Zo publiceerde De Telegraaf onlangs voor het 2e jaar op een rij een volledige pagina met interessante feiten en weetjes over squash, inclusief mooie illustraties, en maakte het goed beluisterde sportprogramma NOS Langs de Lijn op radio 1 reportages over de nieuwe Nederlandse Natalie Grinham en onze nationale trots Laurens Jan Anjema. Ook waren er gedurende een hele maand promotiefilmpjes over de squashsport te zien op de beeldschermen in alle McDonald’s vestigingen in Nederland en was Katja Schuurman in haar programma S!ngle te bewonderen op de squashbaan. Kortom: de sport zit qua media-exposure in een snel stijgende lift. Helemaal als je er bij optelt dat ook grote bedrijven als Alex (beleggingen) en Interpolis (verzekeraar) de squashsport integreerden in hun televisiecommercials.

Credits voor Topsquash Nederland
Een belangrijke reden voor de toename van de interesse van de landelijke pers is toe te schrijven aan de werkzaamheden die Topsquash Nederland verricht. De stichting houdt zich sinds vorig jaar intensief bezig met het voeden van de Nederlandse media met alles wat er op topsquashgebied gebeurt. Waar de sportredacties van alle belangrijke mediaorganisaties vroeger zelf op zoek moesten naar squashnieuws, krijgen ze nu de resultaten van de Nederlandse toppers in binnen- en buitenland op hun bureau aangeleverd. En dat is voor een ‘kleine sport’ als squash een belangrijke stap voorwaarts. Met als gevolg dat er logischerwijs ook meer aandacht aan de sport besteed wordt door de nationale media.

Grinham nieuwe Nederlandse damestroef
nat.jpgZoals reeds eerder gememoreerd blijken goede resultaten van nationale toppers een positieve invloed te hebben op de hoeveelheid media-exposure voor een sport. De nationaliteitsverandering van Natalie Grinham droeg dan ook in belangrijke mate bij aan de gerealiseerde stijging van de aandacht van de Nederlandse pers voor de squashsport. Hoewel de nummer 2 van de wereld pas vanaf volgend jaar gerechtigd is om ons land te vertegenwoordigen tijdens het EK en WK voor landenteams, komt de 30-jarige Almeerse tijdens de individuele proftoernooien al wel sinds februari van dit jaar onder de Nederlandse vlag uit. Dat de voormalige Australische voor ons land koos, kwam niet echt als een verrassing. De speelster van Hemubo / Squash Almere is al weer ruim 8 jaar woonachtig in ons land en is getrouwd met voormalig Nederlands squashkampioen Tommy Berden. De jongere helft van de ‘GrinhamSisters’ - zus Rachael (3e op de wereldranglijst) is een jaar ouder - kende in 2008 een redelijk tot goed jaar. De razendsnelle Grinham consolideerde haar 2e positie op de mondiale ranking en bereikte in 5 van de 9 proftoernooien die ze in 2008 speelde de finale. Blessureleed en ziekte zorgde echter voor vroegtijdige uitschakeling of opgave tijdens 3 belangrijke toernooien, waaronder de British Open en de World Open. Hierdoor werd de kersverse Nederlandse teruggeworpen in haar jacht op de inmiddels schier ongenaakbare Maleisische nummer 1 van de wereld Nicol David.

Zwaar jaar voor Atkinson
Naast Grinham beschikt Nederland over nog 2 speelsters in de top-25 van de wereld. De internationale prestaties van Vanessa Atkinson waren echter niet om over naar huis te schrijven. De 32-jarige squashster zette haar vorig jaar ingezette neergang op de wereldranglijst voort en zakte van positie 8 naar 11. De wereldkampioene van 2004, inmiddels verhuisd naar Engeland om samen te wonen met haar vriend James Willstrop, de nummer 5 van de wereld bij de mannen, kwam gedurende 2008 slechts tot 1 finaleplaats en 4 halve finaleplekken tijdens ‘mid-size’ WISPA toernooien. Een beetje mager afgezet tegen de triomfen die de Nederlandse de jaren ervoor vierde. De vraag of Atkinson ooit nog mee gaat doen om de echte hoofdprijzen moet inmiddels dan ook met een “waarschijnlijk niet” beantwoord worden. Een schande is dat echter allerminst. De concurrentie is de laatste jaren flink toegenomen in het internationale circuit en de reeks van blessures die de voormalige nummer 1 van de wereld in 2007 opliep, kwam wat dat betreft op een ongelukkig tijdstip. Bovendien heeft Atkinson al haar doelstellingen reeds bereikt, waardoor de prioriteiten van de beste Nederlandse squashspeelster aller tijden inmiddels wellicht elders liggen.

Naudé gaat nieuw (squash)leven in
Ook de één jaar jongere Annelize Naudé zakte dit jaar 3 plaatsen op de mondiale ranglijst. De inwoonster van Amsterdam begon 2008 geweldig door voor de 2e keer in haar loopbaan de nationale squashtitel voor zich op te eisen, ten koste van Atkinson, waarna ze een week later ook nog eens een proftoernooi in Frankrijk op haar naam wist te schrijven. Een vervelend scooterincident zorgde echter voor vroegtijdige uitschakeling tijdens het EK individueel, waardoor Naudé hoogstwaarschijnlijk begin volgend jaar de A-status bij het NOC*NSF verliest. Mede daardoor accepteerde de geboren Zuid-Afrikaanse aan het einde van het jaar de job als squashmanager die ze kreeg aangeboden door haar club Amstelpark, na het vertrek van de geliefde Ellie Pierce naar de Verenigde Staten. Naudé gaat dan ook een nieuwe fase in haar squashcarrière in, zodat ze de komende jaren niet alleen maar als topspeelster door het leven zal gaan. En of dat een goede of slechte zaak is, kunnen we pas volgend jaar concluderen.

Nederlandse dames zakken terug
Opvallend is verder dat slechts 1 Nederlandse dame in 2008 vooruitgang boekte op de Women’s International Squash Players Association (WISPA) World Ranking. En dat juist Karen Kronemeyer die persoon was, mag ook nog eens geen verrassing heten. De inmiddels naar de Verenigde Staten verhuisde squashster stond in 2007 immers de eerste maanden van het jaar buitenspel vanwege vermeend dopinggebruik en had dan ook weinig punten te verdedigen op de wereldranglijst. Alle overige Nederlanders deden een stapje terug en dat feit alleen is reden voor pessimisme. De mindere resultaten van het gros van de speelsters zijn weliswaar verklaarbaar door blessureleed en toenemende buitenlandse concurrentie, maar enigszins verontrustend is het wel. Desondanks mag ons kleine landje met 7 speelsters in de top-100 van de wereld absoluut niet klagen. Daarmee behoort het tot de absolute wereldtop. Alleen Engeland (19) en Maleisië (11) beschikken over meer top-100 speelsters dan Nederland.

Einde carrière voor Huisman?
Een speciale vermelding verdient het blessureleed van Margriet Huisman. In 2007 kende de hardwerkende en extreem gemotiveerde Almeerse nog een fantastisch jaar met 4 proftitels en een geweldige opmars op de internationale ranglijst, een jaar later is ze helemaal van de squashscène verdwenen. Althans als speelster. Huisman raakte eind vorig jaar geblesseerd aan haar achillespees en liep door verkeerde revalidatieoefeningen voor die blessure een beknelde zenuw op in haar rechterbeen. Met als gevolg dat ze tot op de dag van vandaag nog niet terug is gekeerd op de squashbaan. Of dat volgend jaar wel het geval is, is op dit moment nog geheel onduidelijk. Wel zeker is echter dat de squashcarrière van de inmiddels 25-jarige Huisman in 2009 op het spel staat.

Anjema op eenzame hoogte
forexx_175.jpgLaurens Jan Anjema kende wel een goed 2008 en stootte aan het begin van het jaar door naar de top-16 van de wereld. De zoon van veelvoudig Nederlands kampioen Robert Anjema stond zelfs even 14e, maar zakte op de ranking van december nog 3 plaatsen. De 26-jarige Hagenaar won 1 proftoernooi in Canada, verloor 2 keer in de finale, in de Verenigde Staten en Engeland, en bereikte structureel de laatste 16 tijdens alle toptoernooien. Alleen in Hong Kong kwam hij niet door de openingsronde heen. Bij het EK individueel veroverde hij bovendien de bronzen medaille. De volgende stap die Anjema nu moet maken is echter geen eenvoudige. Om verder te stijgen op de wereldranglijst dient de Nederlands kampioen - begin dit jaar veroverde hij voor de 3e keer de titel door Dylan Bennett te verslaan - namelijk te gaan winnen van de echte wereldtoppers. En gezien het hoge niveau dat de top-8 spelers tegenwoordig tentoonspreiden is dat geen gemakkelijke opgave. De hoogst gerangschikte Nederlander aller tijden is echter goed en gemotiveerd genoeg om komend jaar zijn weg omhoog op de wereldranglijst gestaag te vervolgen.

Schweertman zit Bennett op de hielen
Het zou mooi zijn als Anjema daarbij volgend jaar gezelschap krijgt van een aantal landgenoten. Maar zo op het eerste gezicht lijkt dat een utopie. De potentie van Dylan Bennett kwam er in 2008 wederom niet uit en de 24-jarige Eindhovenaar zakte daardoor zelfs 21 plaatsen op de mondiale ranking tot zijn laagste positie (64e) sinds november 2005. Een slecht teken dus. De nummer 3 van Nederland, Piedro Schweertman, daarentegen maakte wel grote sprongen voorwaarts. Zowel qua spel als qua prestaties. Zo was de Zeelander niet alleen een zeker winstpunt voor zijn club HSRC De Diepput in de eredivisie, maar steeg hij ook 25 plaatsen op de wereldranglijst. Bovendien wist hij de één jaar jongere Bennett dit jaar voor het eerst een keer te kloppen. Hoewel Bennett volgens de kenners nog steeds de betere squasher is, zal hij in 2009 wel uit een ander vaatje moeten tappen als hij de nummer 2 positie in Nederland niet kwijt wil raken aan de sterke Schweertman. Laat staan om zijn ware mogelijkheden te laten zien op het internationale podium.

Toekomst Nederlandse mannen nog steeds rooskleurig?
Kijkend naar de leeftijd van de 12 landgenoten op de Professional Squash Association (PSA) ranglijst kan zo op het eerste gezicht geconcludeerd worden dat de toekomst van het Nederlandse herensquash rooskleurig is. Maar wie verder kijkt ziet echter stilstand bij een groot aantal talentvolle spelers. Of zelfs achteruitgang bij sommigen. En dan hebben we het niet alleen over de resultaten, maar ook over het spelpeil. Het gros van de nationale (sub)toppers speelt en traint wel, maar studeert of werkt er ook vele uren naast. En dat gaat in de meeste gevallen toch ten koste van het niveau. Het aantal Nederlanders dat daadwerkelijk buiten de landsgrenzen actief is, is op de vingers van 1 hand te tellen. En dat baart zorgen. Zoals eerder gememoreerd is er nog voldoende tijd voor deze jonge spelers om vooruitgang te boeken en snel te stijgen op de wereldranglijst, maar enige haast is daarbij wel geboden. Met de aanwezige buitenlandse topspelers in ons land, zoals Cameron Pilley (nr.17 van de wereld), Bradley Hindle (72), Gilly Lane (86) en Steve Finitsis (101), en de meer dan uitstekende faciliteiten, zijn de voorwaarden daarvoor in ieder geval wel voorhanden. Maar het wordt dan wel tijd dat er vanuit de bond meer nadruk gelegd wordt op de ontwikkeling van de spelers uit de onderkant van de nationale selecties. Want het is niet de bedoeling dat er de komende jaren meer topspelers het voorbeeld van Tommy Berden, Tom Hoevenaars, Marc Reus en Niels Hoevenaars volgen, die de afgelopen 2 jaar, al dan niet gedwongen door blessureleed, stopten met topsquash.

Nederlandse teams presteren naar behoren op EK in eigen land
dutch_pair_naude_l_and_atkinson_before_they_competed_against_eachother.jpgOnder opvallend goede publieke belangstelling begon op Koninginnedag in Amsterdam het Europese Kampioenschap Squash 2008 voor landenteams. Drie succesvolle dagen later bleek Engeland zoals te doen gebruikelijk weer de grote winnaar met 2 titels. Ook Nederland presteerde naar behoren met een zilveren medaille voor de dames en een bronzen plak bij de heren. Bij de dames was het teleurstellend om te zien dat de tribune tijdens de eindstrijd, vanwege het vroege tijdstip (10.00 uur), verre van vol zat, terwijl het toch echt Nederland was dat voor het 6e opeenvolgende jaar mocht proberen om de Engelse hegemonie te doorbreken. Maar voordat de mensen tijd hadden gekregen om zich richting het Frans Otten Stadion te begeven, was de finale afgelopen. In iets meer dan een uur tijd was de strijd namelijk al gestreden. Karen Kronemeyer kreeg zoals verwacht een pak slaag van de Britse kampioene Alison Waters en ook Vanessa Atkinson kon het niet bolwerken tegen de Engelse kopvrouw Vicky Botwright. De nederlaag van Annelize Naudé tegen Jenny Duncalf was vervolgens alleen van belang voor de statistieken. De Oranjeheren moesten ten opzichte van een jaar eerder een stapje terug te doen. In 2007 haalde de formatie van de tijdens het EK in eigen land voor het laatst optredende bondscoach Sjef van der Heijden nog de finale, maar dat had destijds voornamelijk te maken met de afwezigheid van de 2 sterkste Franse squashers (Gaultier en Lincou, red) door blessures. De bronzen medaille tijdens het Europese Kampioenschap in eigen land, ten koste van buurland Duitsland, was dit jaar dan ook het maximaal haalbare.

Oranjevrouwen stellen teleur op WK
Waar de Nederlandse dames op het EK naar behoren presteerden, behaalden de Oranjedames tijdens het wereldkampioenschap voor landenteams een teleurstellende zevende plaats. De formatie van bondscoach Nicol David, in het Egyptische Cairo als vijfde geplaatst, verloren gedurende het evenement van zowel Maleisië (0-3), Egypte (0-3) als Australië (1-2). Vanessa Atkinson, Annelize Naudé, Orla Noom en Dagmar Vermeulen sloten het wereldkampioenschap echter wel met een positieve noot af. In de laatste partij werd Hong Kong met 3-0 verslagen. Twee jaar geleden eindigde Oranje nog als vierde. Toen ging de strijd om het brons verloren tegen Maleisië, dat ook dit jaar weer als derde eindigde. De wereldtitel ging overigens zeer verrassend naar Egypte. Het gastland klopte in de eindstrijd het ongenaakbaar geachte Engelse damesteam in een ware thriller. Engy Kheirallah, de mondiale nummer negentien, was de grote held(in). In de derde partij klopte ze de Britse kampioene Alison Waters, vijfde op de wereldranglijst, met 12-10 in de vijfde en beslissende game.

Proftoernooien genoeg in Nederland
Net als een jaar eerder luidde de Forexx Dutch Open Squash 2008 het nieuwe squashseizoen in. En met de Engelse wereldtopper Nick Matthew en de nummer 1 van de wereld bij de vrouwen kreeg het topevenement opnieuw 2 waardige kampioenen. Getuige het wederom sterke deelnemersveld en het grote aantal bezoekers heeft de Dutch Open binnen 2 jaar al een prominente positie ingenomen op de (inter)nationale kalender. Topsquash van het allerhoogste niveau werd ook deze editie gecombineerd met verschillende entertainment acts en side-events, waardoor de vele toeschouwers weer met een goed gevoel huiswaarts keerden. Het enige minpuntje was dat de Nederlanders er niet in slaagden om het op één na grootste squashtoernooi in Europa winnend af te sluiten. De nieuwe Nederlandse Natalie Grinham kwam nog het dichtste bij, maar de mondiale nummer 2 moest in de finale haar meerdere erkennen in de Maleisische Nicol David. Nederlands kampioen bij de mannen, Laurens Jan Anjema, ging in de halve finales toch wel enigszins teleurstellend onderuit tegen de Australiër Cameron Pilley. Naast de Forexx Dutch Open Squash 2008 werden er dit jaar nog 7 andere proftoernooien georganiseerd in Nederland. Met als doel de nationale toppers de mogelijkheid te geven om in eigen land punten te verdienen voor de wereldranglijst. En deze evenementen, inmiddels ondergebracht in een overkoepelend circuit, de Forexx Pro Tour Squash 2008-2009, zijn belangrijk voor de ontwikkeling van het grote aantal jongere Nederlandse spelers op de mondiale ranglijsten. Een geweldig initiatief dus!

Recreant raakt verzadigd
Vorig jaar stelde SquashLife in het jaaroverzicht de vraag of Nederland geen ‘overkill’ kent aan evenementen voor recreanten. Zo is er inmiddels vrijwel ieder weekend wel een mogelijkheid om mee te doen aan een toernooi dat meetelt voor de nationale ranglijst. Eind 2007 was het antwoord op deze vraag nog nee, maar inmiddels mogen we voorzichtig concluderen dat het er toch serieus op begint te lijken. Want zowel het Dunlop Squash Circuit, de Wilson Tour als de Saxon Tour kampte het afgelopen jaar met teruglopende deelnemersaantallen. En dat heeft op zich niks te maken met de kwaliteit van deze toernooiencircuits. Die is namelijk meer dan prima. Door het extreem grote aanbod aan toernooien lijkt de fanatieke recreant echter verzadigd te raken en daardoor aan minder toernooien mee te doen. Wellicht is het slechts een momentopname, maar het is een ontwikkeling die wel goed in de gaten gehouden moet worden.

Jeugdsquash raakt in het slop
joost_niels_chris_peter.jpg
Een ander zorgenkindje voor de squashsport is en blijft het aantal kinderen dat in Nederland actief is tijdens de verschillende (jeugd)toernooien. Aan de junioren NK’s die dit jaar plaats vonden, deden gemiddeld slechts 9 kinderen per leeftijdsklasse mee. Geen aantal om heel trots op te zijn bij een nationaal kampioenschap, zeker gezien het feit dat het gros van deze deelnemers ook nog eens mee speelden in 2 verschillende categorieën. En tijdens de Dutch Junior Open, overigens één van de grootste en best georganiseerde jeugdtoernooien ter wereld, waren er slechts 21 landgenoten actief. Eveneens sombere cijfers als we weten dat er medio juli in totaal ruim 350 talentjes uit de hele wereld in ons land aanwezig waren. Ook het niveau van de kleine groep Nederlandse kinderen die wel acteert op toernooien, houdt internationaal gezien (nog) niet over. Zo eindigde Nederland bij de Europese Jeugdkampioenschappen voor landenteams op respectievelijk de 8e (<19 jaar), 5e (<17 jaar) en wederom 8e (<15 jaar) plaats. En op het WK voor jongens onder 19 kwam de ploeg van jeugdbondscoach Jason Morris niet verder dan de 23e plek. Afgezet tegen de prestaties van de Nederlandse seniorenteams, behorende tot de top-3 van Europa, is dat dan ook teleurstellend. Gelukkig zijn er op individuele basis bij de jeugd ook een aantal lichtpuntjes, maar over de algehele linie valt het niveau tegen. Het is dan ook van groot belang dat er op korte termijn een groot nationaal jeugdprogramma van de grond wordt getrokken om nieuwe aanwas te genereren en de huidige talenten te stimuleren. Maar het feit dat de bond in de 2e helft van het jaar besloot om het nationale jeugdcircuit niet meer terug te laten keren op de kalender, vanwege zwaar tegenvallende deelnemersaantallen in het eerste deel van 2008, belooft op dat gebied niet veel goeds.

Nieuwe opzet eredivisie
Toen Didacticum Victoria Rotterdam en Hemubo / Squash Almere eind april de landstitels veroverden bij de eredivisie Play-Offs, was al enigszins duidelijk dat er voor het volgende seizoen een nieuwe competitieopzet aan zat te komen. De spanning in de eredivisie was al zo ver te zoeken geweest, dat de finalisten bij zowel de heren als de dames al maanden van tevoren vast stonden. In samenspraak met alle eredivisieclubs kwam Squash Bond Nederland voor het nieuwe squashseizoen dan ook met een nieuw plan. Het instellen van een puntensysteem, waarbij een club niet meer onbeperkt wereldtoppers mag opstellen, en het opwaarderen van de ‘Nederlanderregel’ moet ervoor zorgen dat meerdere teams een serieuze gooi (kunnen) doen naar de landstitel. En het feit dat de Play-Offs slechts gaan tussen de 2 hoogst geëindigde ploegen in de reguliere competitie, in tegenstelling tot voorgaande jaren toen er ook nog halve finales gespeeld werden, moet er bovendien toe leiden dat gedurende het seizoen elke wedstrijd op het scherpst van de snede gespeeld wordt. Om te oordelen of de veranderde regels ook daadwerkelijk het gewenste effect sorteren is het nu nog te vroeg, maar duidelijk is in ieder geval al wel dat in de huidige jaargang zowel bij de heren als de dames 4 teams serieus meestrijden om de bovenste plaatsen. Na het finaleweekend, of beter gezegd de finaledag, kan de definitieve balans opgemaakt worden.

Play like an Egyptian
In 2007 was Egypte al het best presterende land op de PSA World Tour. Een jaar later heeft de dominantie van het land van de piramides nog indrukwekkendere vormen aangenomen. Op de meest recente wereldranglijst, die van 1 december 2008, bezet de nieuwe squashnatie de bovenste 3 plekken, En dat is des te meer opvallend, aangezien het niveau van de concurrentie ook het afgelopen jaar weer flink is gestegen. Zo bewezen alle spelers uit de top-10 van de wereld dit jaar opnieuw dat ze stuk voor stuk grote toernooien kunnen winnen. Het waren echter de Egyptenaren die het beste en vooral het meest constant presteerden. De 29-jarige Amr Shabana staat inmiddels al weer 33 achtereenvolgende maanden bovenaan de mondiale ranglijst, maar de 3-voudig wereldkampioen won dit jaar slechts 2 toernooien. Diens landgenoot Karim Darwish zorgde voor de grootste sprong op de PSA ranking, van positie 8 naar plaats 2, als gevolg van 2 toernooizeges, 3 finaleplaatsen en 5 halve finale plekken, maar het was de 3e Egyptenaar die de mooiste titel won. De pas 20-jarige Ramy Ashour won medio oktober in Manchester de wereldtitel door in de halve finale eerst Shabana uit te schakelen, alvorens in de eindstrijd af te rekenen met zijn andere landgenoot Darwish. De reden dat het wonderkind nog niet de bovenste trede van de wereldranglijst heeft beklommen ligt dan ook niet aan zijn niveau, maar puur en alleen aan blessureleed. Naast de 3 ambassadeurs van het Egyptische squash behoren ook Wael El Hindi (8), Hisham Ashour (23) en Omar Mosaad (24) tot de 25 beste squashers van de wereld. En dan hebben we het nog niet gehad over de indrukwekkende opmars van de 17-jarige Mohammed El Shorbaghy, inmiddels de nummer 36 van de wereld, die in de zomer wereldkampioen werd bij de jeugd en 3 maanden later al de kwartfinales bereikte tijdens het WK voor senioren. Gezien het feit dat squash in Egypte een immens populaire sport is, en de Egyptische talenten het mondiale jeugdsquash volledig overheersen, ziet het er absoluut niet naar uit dat de dominantie van het Noord Afrikaanse land de komende jaren af zal nemen.

Koningin David
bo-_461.jpgWaar bij de mannen 1 land regeert, is bij de vrouwen slechts 1 persoon de baas. In 2007 leek Nicol David nog even kwetsbaar na het verlies van de British Open titel en de wereldtitel aan Rachael Grinham, maar een jaar later sloeg ze keihard terug. De 25-jarige Maleisische verloor namelijk in het gehele jaar 2008 geen enkele wedstrijd en schreef dan ook de 10 grootste damestoernooien op haar naam. De koningin van het squash, woonachtig en trainend in ons land onder leiding van topcoach Liz Irving, is inmiddels al weer 53 professionele wedstrijden op rij ongeslagen en heeft de squashwereld sinds 2005 in een ijzeren greep. In de laatste 4 jaar won de Aziatische superster 31 van de 40 toernooien waaraan ze mee deed. Getest door de concurrentie wordt de superfitte, watervlugge en extreem gemotiveerde wereldkampioene wel degelijk, want ook bij de dames neemt het niveau, vooral in de breedte, zichtbaar toe. Maar geen enkele andere vrouw is tot nu toe in staat gebleken om David ook daadwerkelijk te verslaan. En gezien haar klasse en wilskracht moet er wel echt iets bijzonders gebeuren wil de ambassadrice van het mondiale squash de komende jaren haar ijzeren grip op de concurrentie kwijt raken.

SBN bestaat 70 jaar
Squash Bond Nederland vierde in 2008 haar 70-jarig bestaan met een geslaagde lustrumdag in het Frans Otten Stadion in Amsterdam. Verder bleef het echter opmerkelijk stil vanuit het bondsbureau. Hoewel dat aan de ene kant negatief opgevat kan worden, is het wel degelijk een positief signaal dat de rust is wedergekeerd binnen de bondsorganisatie. Want we kunnen nou niet zeggen dat het laatste decennium veel goeds heeft opgeleverd voor de squashbond. Financiële en interne problemen hadden jarenlang de overhand, waardoor er nooit richting de toekomst gekeken kon worden. Inmiddels is SBN achter de schermen druk bezig om nieuwe initiatieven te ontplooien. En dat is overigens hard nodig. Zo is het aantal bondsleden al jaren abominabel laag en verlieten 2 belangrijke functionarissen, topsportcoördinator Ian Cherington en herenbondscoach Sjef van der Heijden, halverwege het jaar de organisatie. Inmiddels heeft de bond per 1 januari 2009 Marc Veldkamp aangesteld als nieuwe technisch directeur en zal er op korte termijn ook een nieuwe nationale coach komen voor de herenselectie. Daarnaast kampt SBN met een aantal grote uitdagingen, gezien het enigszins sombere beeld dat SquashLife schetst in dit jaaroverzicht. Een teruglopend aantal squashbeoefenaars, weinig tot geen jeugd, een grote groep oudere talenten die de volgende stap in hun carrière moeten maken en een overkill aan recreantentoernooien. Zomaar een greep uit de huidige stand van zaken binnen de squashsport. En dan laten we voor het gemak een aantal andere punten, zoals kaderontwikkeling, buiten beschouwing. Het is nogal wat om dat allemaal op korte termijn een impuls te moeten geven zonder een grote financiële buffer, hoewel de laatste 2 punten (te veel toernooien en aanwezig talent) ook als luxeprobleem uitgelegd kunnen worden. Het belangrijkste speerpunt blijft echter dat het aantal aangesloten squashcentra en individuele leden groeit. Pas daarna kunnen de beleidsplannen van Squash Bond Nederland ook daadwerkelijk tot uitvoering gebracht worden. De samenwerking die de bond daarbij aangaat met het professionele squashbedrijf Next Events is wat dat betreft een eerste stap vooruit. Want met het SquashLife magazine dat vanaf volgend jaar geïntegreerd wordt in het bondslidmaatschap, heeft SBN een vehikel in handen om nieuwe leden aan zich te binden. En groeit bovendien de mogelijkheid om te communiceren met de achterban. Daarnaast heeft Next Events de afgelopen 18 maanden een goede naam opgebouwd binnen de squashwereld, als gevolg van de vele activiteiten (o.a. Dutch Open, Pro Tour, SquashLife, Squashing Kids jeugdprogramma) die het opgepakt heeft, en zal het actief aan de slag gaan om het ledenaantal van de bond te laten toenemen. Er is dus nog een hoop werk te doen, maar SBN beweegt zich langzaam maar zeker in de goede richting.