Squasher Lucas Buit speelde afgelopen week zijn twintigste Europese titelstrijd op rij. Het was zijn laatste EK als speler. De volgende keer hoopt hij er als bondscoach bij te zijn.
AMSTERDAM - Squasher Lucas Buit speelde afgelopen week zijn twintigste Europese titelstrijd op rij. Het was zijn laatste EK als speler. De volgende keer hoopt hij er als bondscoach bij te zijn.De Nederlandse mannen werden zaterdag in Amsterdam derde bij de continentale titelstrijd voor teams. Buit werd in zijn halve finalepartij getroffen door een zweepslag, waardoor hij niet meer in actie kon komen in de strijd om het brons. ‘Als team hebben we een goede prestatie geleverd door derde te worden, maar ik had zelf graag de laatste wedstrijd willen spelen. Dat is pech.’
De inmiddels 40-jarige Buit was eens de nummer 38 van de wereld en werd tussen 1992 en 2002 negen keer Nederlands kampioen. Aan zijn hegemonie kwam een einde toen hij de jonge talenten Tommy Berden en later Laurens Jan Anjema op zijn pad vond.
Vorig jaar zei Buit al dat hij niet meer aan een NK zou deelnemen. ‘Ik wil meedoen om de prijzen. Ik kan de motivatie niet meer opbrengen om bij een NK om de derde of vierde plaats te spelen. Laat de jonge gasten dan maar strijden om de eer.’
Maar hij kon nog opvallend lang meekomen met die ‘jonge gasten’. Ook op zijn 40ste is hij nog opgenomen in de nationale selectie. Een ongelooflijke leeftijd voor een sport die fysiek zo veel eist. ‘Ik denk dat ik het zo lang heb volgehouden, omdat ik laat ben begonnen. Ik ben voor het eerst gaan squashen toen ik 15 was en ben pas op mijn 22ste prof geworden. Ik heb ook de mazzel gehad dat ik een sterk lichaam heb en nooit serieus geblesseerd ben geweest. En ik vind het nog steeds leuk.’
De Amsterdammer was geen natuurtalent, hij moest het vooral hebben van zijn doorzettingsvermogen. ‘Als ik mijn eigen spel zou moeten typeren, dan ben ik vooral mentaal en tactisch sterk. Zeker de laatste vijf jaar was ik fysiek natuurlijk niet meer zo sterk als mijn tegenstanders, dan moest je tactisch slim zijn om te winnen.’
Sinds een paar jaar traint Buit internationale topsquashers, onder wie de nummer 17 van de wereld Anjema en de mondiale nummer 2 Natalie Grinham. ‘De spelers die ik train, zijn technisch al zo goed, daar hoef je niet meer zo veel aan te doen, maar tactisch en mentaal kan ik ze wat bijbrengen.
‘De wil om te winnen zit voor een belangrijke deel in iemand, maar daar is met goede begeleiding nog wel vooruitgang in te boeken. En daar komt mijn ervaring ook bij kijken.’
Buit trekt zich terug uit het Nederlands team omdat hij bondscoach wil worden, nu Sjef van der Heijden ermee ophoudt. Algemeen directeur Marcel Borst zei vorige week dat de bond geen haast heeft bij het vinden van een opvolger, omdat pas volgend jaar het WK weer op het programma staat. Buit noemt het een ‘onhandige’ uitspraak. ‘Het komt over alsof het hebben van een bondscoach niet belangrijk is. Dat is je reinste onzin. Als je je sport serieus neemt, zoek je zo snel mogelijk een opvolger.’
Buit heeft zijn kandidatuur kenbaar gemaakt en wacht nu af. ‘Dat de bond eerst een profiel voor de nieuwe bondscoach wil opstellen, vind ik prima. Ik begrijp ook dat ze mij niet zo maar aanstellen omdat iedereen roept dat Lucas het maar moet worden.
‘Aan de andere kant is het ook niet zo dat allerlei kandidaten staan te springen, want financieel heeft de bond weinig te bieden. Daar moet ook wat aan veranderen. Bondscoach moet een fulltime functie zijn.’
Volgens oud-Europees kampioen Berden is Buit de logische keuze. ‘Hij is de enige écht geschikte kandidaat en heeft de afgelopen drie jaar alle spelers uit de nationale ploeg getraind. De spelers willen Lucas, de bondscoach wil Lucas en Lucas wil zelf. Voor mij is het een simpel ABC-tje. Maar ja, ik ga er niet over.’
Bron: Volkskrant. SQUASH, Van onze verslaggeefster Noor Tonkens
gepubliceerd op 5 mei 2008 02:46