De Nederlandse squashsters zijn er wederom niet in geslaagd om Europees kampioen te worden. In het Zweedse Malmö was het ongenaakbare Engeland voor het zevende opeenvolgende jaar te sterk in de EK-finale. Het werd 0-3. Een schande was de nederlaag van de Oranjedames echter niet. De Britten traden aan met de nummers vijf (Jenny Duncalf), zes (Alison Waters) en zeven (Laura Lengthorn-Massaro) van de wereld en verloren bovendien nog nooit in de historie van het EK voor landenteams. Het was voor Engeland dan ook al weer de 32e keer dat ze de beste van Europa bleken.
Vanessa Atkinson beet vanmiddag namens Nederland het spits af tegen Waters. De 33-jarige Atkinson, inmiddels twaalfde op de wereldranglijst, speelde goed en was zeker niet de mindere van haar hoger ingeschaalde tegenstandster. Op de cruciale momenten bleek de voormalige wereldkampioene echter niet in staat de gameballen die ze kreeg te verzilveren, waardoor na 35 minuten een 10-12, 12-14, 7-11 nederlaag op het scorebord preek.
Ook Natalie Grinham kon het vervolgens niet bolwerken tegen Jenny Duncalf. De voormalige Australische, die dit toernooi haar debuut maakte voor Nederland, was in de eerste twee games totaal niet opgewassen tegen de sterk spelende Engelse. De derde en vierde game gingen daarentegen wel naar de 31-jarige Almeerse. In het beslissende bedrijf was het echter weer Duncalf die het heft in handen nam en daarmee de Europese teamtitel veilig stelde voor Engeland: 5-11, 7-11, 11-5, 11-8, 8-11. De partij duurde 50 minuten.
Ondanks het feit dat het duel reeds beslist was, werd de laatste wedstrijd tussen Annelize Naudé en Laura Lengthorn-Massaro nog wel gespeeld. De nederlaag van de 32-jarige Naudé (10-12, 1-11) was daardoor alleen nog maar goed voor de statistieken.
